Archief en museum voor het vlaams leven te Brussel
Snel zoeken
  • Snel zoeken in de collectie
  • Snel zoeken in de website

INTERNATIONALE ARCHIEVENDAG

Vandaag op 9 juni vieren we Internationale Archievendag met twee online vragensessies voor onze archivarissen. Naast dit Tracks initiatief menen we dat alle beroepsarchivarissen een digitale beker verdienen om hen te bedanken voor hun werk. Dagelijks zetten zij zich in voor het beheren en toegankelijk maken van informatie voor iedereen in de samenleving. Met een digitale proficiat en “Tweede Landjuweelbeker” uit onze digitale collectie plaatsen we het beroep en het belang van archief graag in de kijker. 

 

De Tweede Landjuweelbeker is één van de prachtige trofeeën uit de AMVB collectie. In 1922 werd op voorstel van Herman Teirlinck en onder bescherming van koning Albert I - het Landjuweeltoernooi weer opgericht. De koninklijke Commissie van Toezicht op het Landjuweel besliste dat de winnende toneelmaatschappij niet alleen een geldelijke beloning zou ontvangen maar ook een prachtige trofee. Aanvankelijk was de Landjuweeltrofee een “wisselbeker” die geschonken werd door de koning nadat een toneelmaatschappij twee achtereenvolgende overwinningen had behaald. Maar bij deze prachtige beker van het zilveratelier Simonet – Deanscutter werd het ontwerp speciaal door Koning Albert I op 29 september 1924 goedgekeurd. De uiteindelijke beker werd op 30 september 1924 bij Simonet in Brussel besteld en voor een prijs van 3 300 oude Belgische frank (ca. 82 euro) gegoten. De gelukkige winnaar en ontvanger van deze beker was de toneelvereniging De Volharding uit Tienen. In 1926 hadden zij reeds twee achtereenvolgende jaren het Landjuweel gewonnen. Een eerste keer met het toneelstuk Starkadd van Alfred Hegenscheidt, het tweede jaar met Het wederzijds huwelijksbedrog van Pieter Langendijk.

Deze zilveren en ivoren schenkkan getuigt van een zorgvuldig vakmanschap en doet de kijker de middeleeuwse rederijkerstraditie herbeleven. De kan is versierd met saterkoppen en het monogram A van koning Albert I. De ivoren medaillons verzinnebeelden “Het Toneel” in de vorm van een vrouw. De ivoren inscriptie vermeldt “ – TWEEDE - / LANDJUWEEL / UITGELOOFD DOOR / ZIJNE MAJESTEIT / DEN / KONING / 1924”.

Het tijdschrift Het Tooneel legt uit waarom iedere beker uniek is.

Bij de bestelling van den nieuwen beker voor het derde Landjuweel, heeft de Koning ingezien, dat het wenschelijk zou zijn, indien het model ervan zich ten naaste bij kon aanpassen bij de oude traditie der Rederijkers. De Vlaamsche Kamers inderdaad plachten de overwinnaars met juweelen te vereeren van dagelijks bruikbaren aard of van geheel allegorische beteekenis. Niet zelden behoorde het kunstwerk tot het utilitaire keuken- of tavernegerief. Het eerste juweel, door Zijne Majesteit geschonken, is zeker van hooge kunstwaarde; maar het was niet, in zijn opvattingen, van zoo scherp eigenaardig karakter dat het dadelijk op een prijskamp van Reetorycke wees. Het tweede juweel verraadt de bezorgdheid van den Koning om al meer en meer den stijl onzer Landjuwelen na te streven. De beker is thans eene gelukkige interpretatie van den ouden drinkpot.